Vanochtend werkte ik aan een tekst waar een paar nieuwe,
oké, moderne werkwoorden in voorkomen. Gebruik maken van de short message service (SMS) en het
uitwisselen van korte berichtjes via whatsapp. Ik heb ze natuurlijk vast al
veel vaker gebruikt, maar plotseling ging ik er over nadenken hoe je ze goed spelt en toen sloeg de
twijfel toe.
En schrijftwijfel wil je niet, want dan val je in een zwart gat en ziet elk
woord er plotseling verdacht uit. Had ik vroeger ook altijd met die Nederlandse spellingtoetsen. Het ging goed, zo lang ik er niet over nadacht.
![]() |
Schrijftwijfel |
Een snelle google gaf aan dat meer mensen worstelen met taalinnovatie als SMS en Whatsapp. Dus daarom snel deze korte blog met een handvol praktische
voorbeelden om je weer uit dat zwarte gat te verheffen. Misschien heb je er vandaag al wat aan en het hoort een beetje bij mijn werk natuurlijk.
Whatsappen
Tegenwoordige tijd:
Ik whatsapp
Jij whatsappt
Voltooide tijd:
Ik heb gewhatsappt
Wij hebben gewhatsappt
Verleden tijd:
Ik whatsappte
Wij whatsappten
Let vooral op die gemene dubbel p en die eigenlijk wel logische t aan het eind van gewhatsappt.
SMSen? Nee, nee, dat schrijf je zo: sms'en
Tegenwoordige tijd:
Ik sms
jij sms't
jij sms't
Voltooide tijd:
ik heb ge-sms't
jij hebt ge-sms't
jij hebt ge-sms't
Verleden tijd:
ik sms'te
jij sms'te
Let vooral op die onverwachte apostrof. Die t aan het eind klopt met het kofschip,
weet je nog?
De apostrof gebruik je ook in woorden als AOW'er, BHV'er,
BN'er, CDA'er, dtp'er, EHBO'er, ict'er/ICT'er, IT'er,of zzp'er.
En als je zelf eens iets wil opzoeken, kijk dan op : http://www.mijnwoordenboek.nl/werkwoord/whatsappen
We bellen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten